1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Draai aan M.C. om het niveau te regelen.
Instelbereik: 0 tot +6
3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.
SLA (bronniveauregeling)
Met de functie SLA (bronniveauregeling) kunt u het
volumeniveau van elke signaalbron afzonderlijk instel-
len. Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselingen
voorkomen wanneer naar een andere signaalbron
wordt overgeschakeld.
! Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt, kunt
u niet overschakelen naar SLA.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-volume-
niveau, dat u niet kunt wijzigen.
Vergelijk het volumeniveau van de signaalbron die
u wilt aanpassen daarom eerst met het FM-volu-
meniveau.
! Het AM-volumeniveau kan ook met de functie
voor bronniveauregeling worden aangepast.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Draai aan M.C. om het bronvolume te regelen.
Instelbereik: +4 tot –4
3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.
Opmerking
De instelling wordt ook uitgevoerd als u het menu
annuleert zonder te bevestigen.
Begininstellingen
Belangrijk
Als het toestel van de accu wordt losgekoppeld,
wordt de energiezuinige modus uitgeschakeld.
Deze moet u weer inschakelen als het toestel
weer met de accu is verbonden. Als het voertuig
niet van een contactschakelaar met accessoire-
stand (ACC) is voorzien, is het (afhankelijk van de
installatiewijze) mogelijk dat het toestel de accu
blijft belasten als de energiezuinige modus is uit-
geschakeld.
1 Houd SRC/OFF ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
2 Houd SRC/OFF ingedrukt totdat het
menu met begininstellingen wordt weer-
gegeven.
3 Draai aan M.C. en selecteer de beginin-
stelling.
Nadat u de begininstelling geselecteerd hebt,
stelt u deze als volgt in.
FM step (FM-afstemstap)
Standaard wordt er bij automatisch afstemmen een
FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt, en 100 kHz als de
functie AF of TA is ingeschakeld. Maar soms krijgt u
een beter resultaat als ook bij het afstemmen op alter-
natieve frequenties (AF) een afstemstap van 50 kHz
wordt gebruikt.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Draai aan M.C. om de FM-afstemstap te selecte-
ren.
100kHz (100 kHz)—50kHz (50 kHz)
3 Druk op M.C. om de selectie te bevestigen.
Auto PI (automatisch PI-zoeken)
Als deze functie is ingeschakeld, probeert het toestel
bij slechte ontvangst automatisch een andere zender
met gelijkaardige programma’s te vinden, ook als u
een voorkeuzezender selecteerde.
1 Druk op M.C. om de automatische PI-zoekfunctie
in of uit te schakelen.
AUX (extern e aansluiting)
Schakel deze instelling in als een extern apparaat op
dit toestel is aangesloten.
1 Druk M.C. om AUX in of uit te schakelen.
USB PnP (Plug en Play)
Deze instelling maakt het mogelijk de bron automa-
tisch naar USB/USB-iPod te laten overschakelen.
1 Druk op M.C. om Plug en Play in of uit te schake-
len.
ON – Wanneer u een USB-opslagapparaat of iPod
aansluit, schakelt de bron automatisch over naar
USB/USB-iPod. Als u het USB-opslagapparaat of
de iPod loskoppelt, wordt het bronsignaal van dit
toestel uitgeschakeld.
OFF – Wanneer u een USB-opslagapparaat of
iPod aansluit, schakelt de bron niet automatisch
over naar USB/USB-iPod maar moet u deze hand-
matig omschakelen naar USB/USB-iPod.
Brightness (helderheid van het display)
Bediening van het toestel
Nl
48
Hoofdstuk
02
Comments to this Manuals